Vennootschapsbelasting (VpB)

Op dit taakveld verwerkt de gemeente de te betalen vennootschapsbelasting (VPB). De gemeente is VPB verschuldigd indien er in het jaar een fiscale winst is gerealiseerd. Of er sprake is van een belastingplicht zal uiteindelijk afhangen van de ondernemingsactiviteiten, na eventuele verrekening van fiscale verliezen uit andere jaren.

De gemeente is slechts belastingplichtig voor de resultaten van het grondbedrijf die zijn behaald vanaf 1 januari 2016. De resultaten behaald tot 31 december 2015 zijn vrijgesteld van belastingen. De fiscale winst (belastingwetgeving) zoals is berekend kan afwijken van de bedrijfseconomische winst (uitgangspunten BBV). Dit door bijvoorbeeld verschillen in waardering van balansposten en de wijze van toerekening van kosten aan een bepaald jaar.

VPB is voor gemeenten vrij nieuwe wetgeving en er is landelijk op onderdelen veel overleg gepleegd over de interpretatie van de wet. De gemeente heeft in 2020 met de belastingdienst een vaststellingsovereenkomst gesloten. In deze vaststellingsovereenkomst zijn afspraken gemaakt over de wijze van berekenen van de fiscale positie.  

De berekeningen geven aan dat er tot en met het jaar 2019 geen VPB is verschuldigd. Er is een voorlopige berekening gemaakt van het fiscale resultaat uit grondexploitatie over 2020. De prognose geeft een verwacht positief fiscaal resultaat van € 273.962. Door de fiscale verliezen over voorgaande jaren te verrekenen met dit resultaat is er in 2020 geen vennootschapsbelasting verschuldigd. Het restant aan nog te verrekenen verliezen uit voorgaande jaren bedraagt ultimo 2020 € 21.092.